De lesstof die onze leerlingen aangeboden krijgen, is volledig afgestemd op de ontwikkelingsfase van het kind. Dit betekent dat de stof aansluit bij de fase waar het kind in leeft. In klas 7 gaan leerlingen bijvoorbeeld steeds meer de wereld om zich heen ontdekken. Het vak ‘ontdekkingsreizen’ past perfect bij deze fase. In hogere klassen behandelen we de Franse revolutie, naast romantiek en vulkanisme. Zwart-wit tekenen wordt geoefend met alle grijstinten ertussen, zodat ook geleerd wordt om ook in nuances te denken. En er wordt gewerkt aan verschillende thema’s waarin wordt gewerkt aan oordeelsvorming, etnische vraagstukken en eigen idealen. Op deze manier worden leerlingen voorbereid op het leven én op het eindexamen. 

Een breed aanbod 

Leerlingen krijgen een breed onderwijsaanbod. Omdat de ontwikkeling van het hoofd (verstand) even belangrijk is als die van het hart (gevoel) en de handen (daad- en scheppingskracht), geven we op deze manier vorm aan verdieping. Zo krijgen leerlingen in de hogere leerjaren ook vakken aangeboden die niet in de gekozen profielen zitten. Een leerling met het profiel ‘Cultuur en maatschappij’ krijgt bijvoorbeeld ook een periode biologie. 

Periode-onderwijs 

Gedurende een periode van drie tot vier weken wordt elk eerste en tweede uur van de dag gewerkt aan een onderwerp dat aansluit bij de ontwikkelingsfase van de leerling. Met verhalen, thema’s, onderzoekjes, kunstzinnig werk, werkstukken en presentaties wordt de leerling enthousiast gemaakt voor bijvoorbeeld aardrijkskunde, natuurkunde, toneel of literatuur. Bij het periodenderwijs werken de leerlingen niet uit methodes, zij maken een eigen periodeschrift waarin zij alle stof verwerken.  Hierdoor gaat het innerlijk vuur branden. De periodestof is voor een deel ook stof die op het eindexamen voorbereidt. De weg erheen is echter een andere dan uitsluitend de cognitieve manier van leren; er wordt ook aandacht besteed aan sociale en emotionele ontwikkeling.

Bij de vaklessen wordt in de eerste jaren beperkt gewerkt met methodes.; Delen uit methodes worden gebruikt, uitgebreid en passend gemaakt vooor het vrijschool aanbod.  Zo blijft het ook verrassen wat er komt. Het houdt de leerlingen en de leerkrachten scherp.Vanaf klas 9 wordt er meer gewerkt met methodes, als voorbereiding op het examen. 

Heterogene groepen 

Middenbouw

Gedurende een periode van drie tot vier weken wordt elk eerste en tweede uur van de dag gewerkt aan een onderwerp dat aansluit bij de ontwikkelingsfase van de leerling. Met verhalen, thema’s, onderzoekjes, kunstzinnig werk, werkstukken en presentaties wordt de leerling enthousiast gemaakt voor bijvoorbeeld aardrijkskunde, natuurkunde, toneel of literatuur. Bij het periodenderwijs werken de leerlingen niet uit methodes, zij maken een eigen periodeschrift waarin zij alle stof verwerken.  Hierdoor gaat het innerlijk vuur branden. De periodestof is voor een deel ook stof die op het eindexamen voorbereidt. De weg erheen is echter een andere dan uitsluitend de cognitieve manier van leren; er wordt ook aandacht besteed aan sociale en emotionele ontwikkeling.
Bij de vaklessen wordt in de eerste jaren beperkt gewerkt met methodes.; Delen uit methodes worden gebruikt, uitgebreid en passend gemaakt vooor het vrijschool aanbod.  Zo blijft het ook verrassen wat er komt. Het houdt de leerlingen en de leerkrachten scherp.Vanaf klas 9 wordt er meer gewerkt met methodes, als voorbereiding op het examen. 

Verlengde brugperiode

Aan het eind van klas 9 vindt de keuze voor een bepaald examentraject plaats. Op deze manier kan  een weloverwogen keuze worden gemaakt. Vanaf klas 10 volgen de leerlingen in de vaklessen de lessen op hun eigen cognitieve niveau: mavo, havo of vwo. In de periodes, de kunstvakken en gymnastiek blijft de klas zoveel mogelijk als heterogene groep bijeen. Zo worden de sociale verbanden en de gesmede vriendschappen niet verstoord en kan optimaal gewerkt worden vanuit een veilig klimaat.

Een eenvoudig en helder toetsbeleid

Op Walfdorf Utrecht krijgen leerlingen zoveel mogelijk formatieve toetsen, bijvoorbeeld een werkstuk, een presentatie, een periodeschrift. De leerkracht kan duidelijke tips ter verbetering geven, zodat de leerling weer verder kan met het leerproces. Ook kan de leerling goed ontdekken welk onderdeel hij of zij nog aan moet werken. 

Als afsluiting van een periode worden kleine so’s afgenomen. Voor de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) maken de leerlingen eind klas 7 en gedurende klas 8 de methode-onafhankelijke JIJ-toetsen. Ook wordt er gewerkt met een portfolio. Leerlingen worden nauwlettend in de gaten gehouden en het aanbod wordt hierop afgestemd.

In klas 9 worden, naast formatieve toetsen en het portfolio, ook twee toetsweken ingericht om de leerling te spiegelen hoe het gaat met het leren van grotere delen lesstof, waar inzicht en overzicht gevraagd worden. Voor de toetsen in deze toetsweken worden cijfers gegeven. Deze toetsen zijn naast de adviezen van de leraren en het portfolio een meer cognitief criterium om een passend advies te geven voor een examentraject.
In klas 10 en 11 worden weer toetsweken gegeven om de leerling en de leraren te laten zien of het gekozen examentraject het goede is en wat de leerling moet doen om bij te blijven. In klas 10 doen de leerlingen die het mavotraject gekozen hebben eindexamen. In klas 11 wordt door de havisten en de vwo’ers al een deel van het Schoolexamen (SE) gemaakt.

In klas 12 doen alle havoleerlingen en de vwo-leerlingen eindexamen. Dan zijn er drie toetsweken om de schoolexamens af te ronden. Er is ook een week ‘mondelingen’ voor de Nederlandse literatuur en de vreemde talen.

twaalfjarig vrijeschool-curriculum

Het curriculum van de vrijescholen is destijds ontworpen als twaalfjarig curriculum en dat is niet zomaar. Juist in klas 12 – de leerlingen zijn of worden dan 18 jaar – is de leerling uitgegroeid tot een jonge volwassene, die vanuit zijn of haar unieke persoonlijkheid de ontwikkelingsstof intensief tot zich kan nemen. Klas 12 is de klas van de grote overzichten en de diepe inzichten, van het zich bewust worden van de eigen idealen en verantwoordelijkheden, zowel voor zichzelf als voor de wereld. Een goede keuze voor een vervolgopleiding kan in klas 12 eigenlijk pas gemaakt worden.

Het twaalfjarig vrijeschool-curriculum ook mogelijk voor mavoleerlingen

 
Goed om te weten is, dat leerlingen die mavo-examen doen in klas 10 en die daarna bij ons de havo willen doen, weer kunnen instromen in klas 11. Samen met hun oud-klasgenoten wordt dan in klas 12 eindexamen gedaan. Havoleerlingen en vwo-leerlingen volgen in klas 11 samen weer de periodes, zoals Parcival, toneel, muziek of aardrijkskunde. De vaklessen zijn – waar nodig – gescheiden in havo en vwo. Periodes, kernvakken en gymnastiek worden in de eigen stamgroep gevolgd.

Het samen vieren van de jaarfeesten

Het jaarritme is van groot belang voor het zich thuis kunnen voelen op aarde. Ritme geeft vertrouwen en samen vieren brengt vreugde en verbinding. Na de winter komt altijd de lente en daarna de zomer met de heerlijke zon en de zomervakantie. In de herfst vallen de bladeren en is er de Michaelstijd, met oogst, sport en spelen waarbij moed getoond kan worden. Met Sint Maarten wordt het eerste vlammetje ontstoken in een zelfgemaakte lampion. De adventtijd staat in het teken van verwachting en het vieren van de naderende komst van het grote Liefdeslicht, het kerstfeest en de verstilling. Samen zingen, naar verhalen luisteren en een kerstontbijt verzorgen in de klas zijn activiteiten in deze tijd. In de lente is er de paastijd, waarin oude patronen kunnen worden doorbroken en het vuur voor vernieuwing beleefd kan worden. Tijdens midzomer of Sint Jan kunnen we met de hele school naar buiten gaan om samen te picknicken en de elementen te beleven. 

Aandacht voor andere feesten uit andere culturen
Op de vrijescholen is van oudsher het vieren van de christelijke jaarfeesten een gewoonte geworden. Tegenwoordig wordt er ook steeds meer aandacht besteed aan feesten uit andere culturen, zoals bijvoorbeeld Divali, het Lichtjesfeest uit India, Keti Koti of het suikerfeest. We maken een mix van wat er in en om de schoolgemeenschap leeft, en willen vorm geven aan het beleven van een jaarritme.

Kunstzinnig onderwijs en creativiteit in alles

In ons onderwijs streven we ‘kunstzinnigheid in alles’ na. Daarmee wordt bedoeld dat docenten het onderwijs mede op kunstzinnige wijze aanbieden, en dat leerlingen de stof ook op kunztzinnige wijze verwerken; In de periodes wordt verteld, getekend, geschilderd en geschreven. Verhalen en beelden verrijken de ziel, geven houvast en vreugde. Kunstzinnige vaardigheden, handvaardigheid, spel of muziek horen bij de dagelijkse praktijk.
Kunstzinnigheid en creativiteit zijn geen doel op zich, maar wel een stap op weg naar verrijking van het innerlijk. In een tijd van grote problemen in de wereld is een kleurrijk innerlijk leven een groot geschenk. Een vuur ontsteken is wat we beogen!

In filmpjes lichten onze docenten en leerlingen het onderwijs en de sfeer op Waldorf Utrecht toe.